Een groepje kinderen stond al te dringen voor het museum, toen ik er vorige week woensdagochtend arriveerde. Terwijl ik mijn fiets vastmaakte, hoorde ik hun gejoel galmen over de Wilheminakade. Mijn dag begon alvast goed, want er zijn maar weinig dingen waarvan ik zo gelukkig word als enthousiaste kinderen in ons museum. Zij zijn de nieuwe generatie. Voor hen willen wij ervoor zorgen dat die rijke collectie van 5,6 miljoen beelden ook in de toekomst bewaard blijft.
Workshops in het museum
De kinderen kwamen voor de workshop ‘Hoe fotografeer je natuur in de stad?’. Meerdere schoolklassen hebben hieraan meegedaan, in het kader van de Kinderboekenweek met het thema Gi-ga-groen! Ze gingen op zoek naar groen in de buurt van het museum om er, geïnspireerd door Eregalerij-fotograaf Anne Geene, een eigen fotowerk van te maken.
Hoe gi-ga-groen is ons museum?
Hun opgewonden stemmen klonken nog na, toen ik vervolgens een journalist ontving voor een interview over de vraag: hoe duurzaam zijn jullie eigenlijk? Bij haar eerste vraag voelde ik me onmiddellijk een beetje betrapt, want ze had gezien dat we in ons jaarverslag 2021 nauwelijks aandacht besteden aan het onderwerp. Dat klopt. Maar dat betekent zeker niet dat we er geen oog voor hebben!
Zo hebben we de lampen in de tentoonstellingsruimte vervangen door energiezuiniger LED-verlichting. We hergebruiken archiefdozen, zo lang ze niet zijn aangetast door bijvoorbeeld schimmel. Ook de wanden waarmee we tentoonstellingen bouwen zijn herbruikbaar, zodat we niet telkens nieuwe nodig hebben. De stroom die we gebruiken is groen en we zijn aangesloten op stadsverwarming, waarbij gebruik wordt gemaakt van restwarmte. In de kantine gebruiken we papieren recyclebare kopjes, et cetera.
Een duurzaam depot
Als het aankomt op verdere verduurzaming kijken we nu vooral naar ons depot, dat dateert van 2007. Kunststof dragers van negatieven en dia’s en de kleurstoffen in kleurenfotografie zijn extreem fragiel en kunnen alleen voor lange periode goed gehouden worden in koude depots. Negatieven en dia’s bewaren we bij 3 graden Celsius en een luchtvochtigheid van 33 procent en daar heb je installaties voor nodig.
De laatste jaren is het in de museumwereld steeds gebruikelijker geworden om meer aan passief klimaatbeheer te doen, in plaats van actief met energie-verbruikende machines. Het is alleen heel lastig in een passief gebouw in Nederland het niveau te halen wat nu juist nodig is voor het bewaren van negatieven en dia’s.
Licht opsteken
Om ons te informeren zijn we op bezoek gegaan bij Fomu, het fotomuseum in Antwerpen, dat het eerste lage energiedepot voor fotografie in Europa opende. Zij hebben gebruikgemaakt van duurzame materialen en goede isolatie. En we hebben ons licht opgestoken bij het Collectie Centrum Nederland; het nieuwe depot van het Rijksmuseum en drie andere musea in Amersfoort. Daar is ervoor gekozen de vloer niet zwaar te isoleren, zodat de temperatuur vanuit de grond gemiddeld genomen stabiel en redelijk koel blijft. Een depot op de begane grond is voor ons echter niet te doen, zo dicht bij het laagste punt van Nederland met alle gevaren van dien. De komende tijd gaan we verder onderzoeken hoe ons ideale depot van de toekomst eruitziet, waarbij duurzaamheid het uitgangspunt is.
Voorbereid op de toekomst
Kinderen in het museum en zorg voor het milieu. Ze zijn beide synoniem met de toekomst. Ik heb me voorgenomen in ons komende jaarverslag te gaan melden wat we doen aan duurzaamheid. En om voor het museum de CO2-footprint calculator in te vullen en er een reductiedoelstelling aan te koppelen. Zodat er ook in de toekomst nog gi-ga-groens te beleven is.
En voor die workshop gi-ga-groen hebben scholen zich al tot in het volgend jaar opgegeven!
Eindresultaat van de Gi-ga-groen workshop
Slider: bezoek van schoolklassen aan het Nederlands Fotomuseum tijdens de Kinderboekenweek © Fatih Sevinç